Resumen Moderne Vreemde Talen
op communicatie gericht eindniveau te bereiken door de leerlingen. na te streven doelstellingen om richting te geven aan een onderwijsprogramma die geen verwerkings-/beheersings-/eindniveau aangeven. Wel moeilijkheidsgraad in volgorde van de vier vaardigheden (lezen, luisteren en kijken, spreken en schrijven). Verder belangrijk compenserende strategieën (voortaalproductie en taalreceptie) en cultuur.
TYPOLOGIE
VAN
NEUNER: vier fasen ten behoeve van opbouw modernevreemdetalenonderwijs:
A-fase: begrijpen van gesproken en geschreven teksten (≠ productief taalgebruik) B-fase: aanbod taalmiddelen t.b.v. communicatie (spreek- en schrijfvaardigheid nog sterk reproductief: veel herhalen) C-fase: aanbod in B-fase nu mondeling of schriftelijkproductief te gebruiken t.b.v. weergeven eigen ideeën D-fase: echte mondelinge of schriftelijke communicatie met weinig of geen hulpmiddelen
LEESVAARDIGHEID
Vaardigheid van ll'n om zo efficiënt mogelijk informatie uit teksten te halen (naast kennis van woorden en grammatica) d.m.v: →
LEESSTRATEGIEËN:
1. 2. 3. 4. 5. 6.
technieken, hulpmiddelen en benaderingswijzen van tekst of tekstonderdelen omde ll'n zo systematisch mogelijk, zelfstandig, goed en efficiënt een tekst te laten begrijpen en zijn tekort in kennis te compenseren → procesgericht betekenis onbekende belangrijke woorden uit tekst opmaken (redundantie → globaal begrip van tekst; context; vorm woord zelf; illustratie) woordenboek hanteren tekstsoorten herkennen (voorspelbaarheid → verwachtingspatroon opbouwen over inhoud teksta/d hand van in het oog springen delen, voorkennis) illustraties als steun gebruiken ( voorspelbaarheid, redundantie) voorkennis inzetten (voorspelbaarheid) opbouw tekst gebruiken (structureren → alinea's, functie (onder-)titels, leestekens)
Bij leesvaardigheid zijn van belang:
• •
deeltaken leesvaardigheid uitsplitsen (selectief lezen, info vergelijken, conclusies trekken,
intensieflezen, extensief lezen, inzetten van compensatiestrategieën)
tekstsoorten onderscheiden (opschriften/waarschuwingen; functionele teksten -
folders/advertenties; informatieve teksten - krantenartikelen; persoonlijke correspondentie; langere teksten -fictioneel/verhalend) → voor onderbouw moet tekstmateriaal eenvoudig zijn qua opbouw en vocabulaire, aansluiten bij ervaringswereld ll'n, authentiekzijn, aantrekkelijke lay-out hebben. → voor onderbouw kan worden volstaan met selectief lezen van functionele teksten + eenvoudige sprookjes, gedichten → in onderbouw nadruk op aanleren compenserende strategieën/leesstrategieën Hoofdcategorieën leesvaardigheid gekoppeld aan activiteiten 1. voorspellen/verifiëren (voorkennis activeren; tekstsoorten herkennen of in grotere context zien; gebruikmakenvan titel, plaatjes, kopjes, getallen, jaartallen, schuin- of vetgedrukte elementen, etc.; doelgericht selectief info zoeken in een tekst; voorspeltekst; koppensnellen; ELZA-methode; concentrisch lezen) 2. structureren (structuur herkennen, kniptekst; gegevens in schema zetten; kopjes maken bij alinea's, delen tekst in NL samenvatten; info ordenen; niet-wezenlijke info schrappen/sms van latenmaken; zelf tekst indelen/schema maken; kernzinnen maken; kernwoorden/kernzinnen selecteren en tekst samenvatten in bijv. sms 3. raadvaardigheid/gebruikmaken van redundantie (begin maken met woordstrategieën adhv eenvoudige teksten; uitbreiden woordstrategieën bijv. door vergelijking met andere talen; oefenen met gatenteksten/CLOZE; woordstrategieën koppelen aan woordenboek; selectief details zoeken:ogv bekende elementen ontbrekende info in tekst zoeken) → LEESKILOMETERS: met leeskilometers leren kinderen vocabulaire, zinsconstructie, tekstopbouw, etc. Een vrij leesprogramma met eenvoudige teksten (woordenschat, grammaticale structuren) over onderwerpen die ll'n boeien (inhoud/presentatie) hebben het meeste effect in jaar 1.
Drie eenvoudige boekjes in jaar 1 zijn ok (strips, gedichten,...
Regístrate para leer el documento completo.