Jaah

Páginas: 6 (1262 palabras) Publicado: 9 de enero de 2013
G3 Latijn Leerwoordenlijst

1. deus god
2. esse zijn
eram ik was
fui ik was, ik ben geweest
3. habitare wonen, bewonen
4. rex, regis koning
5. frater, fratris broer
6. non niet
7. semper altijd
8. saepe dikwijls
9. vivere leven
vixi ik leefde, ik heb geleefd
10. terra aarde
11. locus plaats
12. nox, noctisnacht
13. venire komen
veni ik kwam, ik ben gekomen
14. soror, sororis zus
15. quoque ook
16. mater, matris moeder
17. pater, patris vader
18. ubi? waar
19. puella meisje
20. equus paard
21. appropinquare naderen
22. intrare binnenkomen
23. ridere lachen
risi ik lachte, heb gelachen
24. audire horen
25.videre zien
vidi ik zag, ik heb gezien
26. amare houden van
27. fugere vluchten
fugi ik vluchtte, ik ben gevlucht
28. in + acc in, naar
in + abl in, op
29. enim want
30. timere bang zijn
timui ik was bang
31. deinde vervolgens
32. aperire openen, bekend maken
aperui ik opende, ik heb geopned
33. nunc nu
34. reginakoningin
35. nam want
36. gaudere blij zijn
37. nec … nec niet … en ook niet, noch …noch
38. annus jaar
39. capere pakken, nemen
cepi ik pakte, ik heb gepakt
captus gepakt
40. dicere zeggen
dixi ik zei, ik heb gezegd
dictus gezegd
41. autem echter
42. dormire slapen
43. respondere antwoorden
respondi ik antwoordde, ik hebgeantwoord
44. quis? wie?
quid? wat?
cuius? van wie, waarvan?
cui? aan wie, waaraan?
45. dare geven
do ik geef
dedi ik gaf, ik heb gegeven
datus gegeven
46. vita het leven
47. finire beeindigen
48. dum terwijl, totdat, zolang als
49. stare staan
sto ik sta
steti ik stond, ik heb gestaan
50. subito plotseling
51. corpus,corporis lichaam
52. cum wanneer
53. cum + abl. met
54. movere bewegen, ontroeren
movi ik bewoog, ik heb bewogen
motus bewogen, ontroerd
55. templum tempel
56. cur? waarom?
57. genus , generis afkomst, geslacht
58. gens, gentis volk
59. facere maken,doen
feci ik maakte, ik heb gemaakt
factus gemaakt
60. coniunx, coniugisechtgenoot, echtgenote
61. femina vrouw
62. filius zoon
63. tantum slechts
64. liberi kinderen
65. parere gehoorzamen
parui ik gehoorzaamde, ik heb gehoorzaamd
66. lacrimare huilen
67. mittere sturen, zenden
misi ik zond, ik heb gezonden
missus gezonden
68. rogare vragen
69. etiam zelfs, ook
70. lacrima traan
71. oculusoog
72. accidere gebeuren
accidit het gebeurt, het is gebeurd
73. parentes, parentium ouders
74. mors, mortis de dood
75. gladius zwaard
76. quaerere zoeken, vragen
quaesivi ik zocht, ik heb gezocht
quaesitus gezocht
77. causa oorzaak, reden
78. amor, amoris liefde
79. vetare verbieden
vetui ik verbood, ik heb verboden
vetitusverboden
80. aedificare bouwen
81. vir, viri man
82. a, ab + abl vanaf, door
83. navigare varen
84. murus muur
85. spectare kijken
86. navis, navis schip
87. porta poort
88. currere rennen
cucurri ik rende, ik heb gerend
89. urbs, urbis stad
90. donum geschenk
91. apparere verschijnen
apparui ik verscheen, ik benverschenen
92. habere hebben
habui ik had, heb gehad
93. hostis, hostis vijand
94. ire gaan
eo ik ga
eunt zij gaan
ii ik ging
95. via weg, straat
96. clamor,clamoris geschreeuw
97. clamare schreeuwen
98. verbum woord
99. aurum goud
100. socius vriend
101. scelus, sceleris misdaad
102. posse kunnen
possum ik kan...
Leer documento completo

Regístrate para leer el documento completo.

Estos documentos también te pueden resultar útiles

  • jaah

Conviértase en miembro formal de Buenas Tareas

INSCRÍBETE - ES GRATIS