Taalwetenschap

Páginas: 68 (16923 palabras) Publicado: 13 de febrero de 2012
Taalwetenschap

H11. woordenschat

Woorden: worden in een zin van elkaar gescheiden door spaties. -> de manier waarop het Nederlands geschreven wordt, bepaald dus in feite wat we als een woord beschouwen.
- uitzonderingen: bijv. in reclametaal: da’s.

11.2. wat is een woord.
Drie criteria:
Klankvorm, syntaxis en betekenis

Voorwaarde klankvorm:
- minimaal 1 klinker of vocaal.Syntactische voorwaarden hebben betrekking op de mogelijkheid dat woorden op verschillende plaatsen in een zin kunnen voorkomen of vrijelijk combinaties met andere woorden kunnen aangaan -> bijv. brood: het brood of gesneden brood.

Inhoudswoorden hebben een duidelijk te omschrijven betekenis.

Het soort woorden die niet zelfstandig klemtoon dragen wordt clitisch genoemd, van het Griekseverbum voor ‘leunen’: de clitische elementen leunen als het ware tegen een ander woord aan.

11.3. de relatie tussen woordvorm en betekenis.
Woorden hebben een vorm en een betekenis. De vorm van het woord is in de regel willekeurig/arbitrair.
- er is niks in de vorm ‘paard’ dat ons duidelijk maakt om wat voor dier het gaat.
Met het arbitrair karakter van woorden hangt samen dat zeconventioneel zijn: berusten op sociale conventie, verschillen per taal.

In gebarentaal relatief groot aantal vormen van woorden niet arbitrair: 1/3 van de gebaren is iconisch van aard.
- bijv. gebaar lopen is iconisch, afgeleid van de beweging.

11.4. lexicale en grammaticale woorden.
Lexicale woorden; inhoudswoorden: vormen de kern van de betekenis van de zin als geheel (kernbetekenis).Grammaticale woorden; functiewoorden: fungeren als soort cement waardoor de lexicale woorden met elkaar verbonden woorden.

Met behulp van lexicale elementen kan een spreker verwijzen naar iets in de werkelijkheid of in een fictieve wereld. Grammaticale elementen hebben vooral een functie binnen ons grammaticale systeem. (verfijning op de kernbetekenis, relatie tussen lexicale woorden leggen en hetgeheel in een grammaticaal verband plaatsen).

De lexicale woorden hebben tot open, uitbreidbare klassen: het staat iedereen vrij te proberen een nieuw lexicaal element in te brengen -> slaagt als andere taalgebruikers de nieuwe conventie overnemen.

Het bewust invoeren van grammaticale elementen is vrijwel onmogelijk.
- bijv. een schoen – schoenen, maar dan: een schoen – unnen schoenen.Grammaticale woorden behoren namelijk tot de niet uitbreidbare of gesloten klassen.

- De grammaticale structuur van een zin blijft zichtbaar wanneer de lexicale woorden worden vervangen door nonsenswoorden.
- Krantenkoppen en telegrammen bestaan vaak alleen uit lexicale woorden om kernkrachtig info te weergeven.
- Ook bij kleine kinderen: eerst vooral gebruik lexicale woorden.- Afasie: gevolg: telegramstijl.

Ontleding: verschil is lexicale woorden kunnen vrij makkelijk aan andere talen ontleend worden, terwijl dat bij grammaticale woorden veel moeilijker is.
Bijv.:
- minister: latijns
- milieu: Frans
de grammaticale elementen behoren wel allemaal tot de eigen, van oorsprong Germaanse woordenschat van het Nederlands.

Lexicale woorden: open klassenGrammaticale woorden: gesloten klassen.

11.5. Het lexicon
Onder het lexicon van een taal verstaan we in de eerste plaats de verzameling van woorden van die taal.
- praktische betekenis: lexicon is een woordenboek dat de eigenschappen van woorden bevat.

Veranderingen in opvattingen en denken hebben een belangrijke invloed op de woordenschat van een taal; veel betekenisverschuivingen.In van Dale van 1961: 3 samenstellingen met ‘milieu’, in 1999: al 86.

Woordenboek is ook maar mensenwerk. De werkelijke eigenschappen van de woorden van een taal worden bepaald door de manier waarop de leden van de taalgemeenschap als geheel die woorden gebruiken.
- woordenboek is poging om die eigenschappen zo goed mogelijk vast te leggen.

Een belangrijk kenmerk van de inrichtingen...
Leer documento completo

Regístrate para leer el documento completo.

Conviértase en miembro formal de Buenas Tareas

INSCRÍBETE - ES GRATIS